Feestdagen

Van maandag 23 december tot en met vrijdag 27 december is Medilex gesloten. Vanaf maandag 30 december zijn wij weer bereikbaar. Wij wensen je alvast fijne feestdagen!

Lees verder

Geaccrediteerd
Onafhankelijk
Beoordeeld met een 8

Onafhankelijke nascholing voor

zorgprofessionals

Martin Steendam over vertrouwen opbouwen bij EPA-PS patiënten

“Laat als hulpverlener ook in je gedrag zien dat je te vertrouwen bent.”

Martin Steendam is klinisch psycholoog en psychotherapeut met een brede ervaring binnen de geestelijke gezondheidszorg. In zijn loopbaan bij GGZ Friesland heeft hij verschillende rollen vervuld, zoals behandelinhoudelijke manager, projectleider suïcidepreventie en opleider voor collega-psychologen. Daarnaast was hij hoofddocent persoonlijkheidsstoornissen aan het Opleidingsinstituut PPO, waar hij lesgaf aan aankomende GZ-psychologen. Momenteel werkt Martin als klinisch psycholoog en regiebehandelaar bij NL-PSY, een Specialistische GGZ (SGGZ) voor mensen met ernstige en complexe problemen die hun functioneren aanzienlijk beïnvloeden.

In dit blog gaat Martin in op wat EPA-PS patiënten zijn en hun complexe relatie met hulpverleners.

Wat zijn EPA-PS patiënten?
“EPA is in 2013 geïntroduceerd door Philippe Delespaul, Hoogleraar Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg aan de Universiteit van Maastricht. Het is een afkorting voor ‘ernstige psychische aandoeningen’. Martin vertelt hier het volgende over: “Aanvankelijk stond de EPA-groep voor mensen met psychotische stoornissen. Later werd bepaald dat onder die groep nog een subgroep valt: mensen die niet alleen psychotische symptomen vertonen, maar ook persoonlijkheidsproblematiek hebben. Zo ontstond de EPA-PS groep, waarbij PS staat voor persoonlijkheidsstoornissen. Je kunt bij deze groep bijvoorbeeld denken aan mensen met borderline. EPA-PS patiënten hebben moeite met participeren in de maatschappij. Denk aan het niet nakomen van afspraken, wisselen tussen wel of geen werk, wisselen tussen wel en geen contact met naasten etcetera. Dit kan leiden tot enorme verstoringen in hun maatschappelijk functioneren, het gezinsverband of werkverband. De EPA
groep in Nederland wordt geschat op 281.000 mensen, waarvan 13 procent een persoonlijkheidsstoornis heeft, maar dit is geen harde afgrenzing, want je wordt bijvoorbeeld bij de huisarts niet direct geclassificeerd als EPA-patiënt.”

De complexe relatie tussen hulpverlener en patiënt met persoonlijkheidsproblematiek
Opgroeien in een onveilige en onvoorspelbare omgeving, bijvoorbeeld met ouders die dronken, afwezig of psychotisch zijn, kan de persoonlijke ontwikkeling verstoren en invloed hebben op hoe iemand later relaties aangaat. “Deze mensen kunnen minder goed inschatten wie ze kunnen vertrouwen en van wie ze kunnen leren. Dit komt bijvoorbeeld doordat ze als kind altijd maar moesten afwachten hoe ze thuis werden ontvangen, de ene dag werd er iets aardigs gezegd en de andere dag werd er een klap uitgedeeld. Als je dit principe je eigen hebt gemaakt in je jeugd en je krijgt een hulpverlener tegenover je die je verder wilt helpen, dan zal je snel denken: 'Nou eerst nog maar eens zien, morgen ben je mij weer vergeten.' En daarom kunnen deze mensen moeilijker aan zorg komen, omdat de vertrouwensband met de hulpverlener ontbreekt.”

Wanneer hulpverleners zich niet bewust zijn van dit wantrouwen, kunnen ze het gedrag van deze patiënten verkeerd interpreteren. “Als hulpverlener kun je, wanneer je dit probleem niet erkent, snel denken dat iemand met ernstige problemen niet gemotiveerd is als die persoon drie keer niet op een afspraak komt. Dit heeft echter niets met motivatie te maken; het komt doordat iemand nooit heeft geleerd om ergens trouw naartoe te gaan en dit juist als onveilig ervaart, waardoor hij of zij liever wegblijft. Dit gedrag vindt zijn oorsprong in de vroegere thuissituatie, waar wegblijven vaak veiliger was.” Martin verwijst hier naar het concept van 'epistemisch vertrouwen'. “Deze mensen wantrouwen dat de hulpverlener een betrouwbare bron is om van te leren. Ze zien niet in dat de hulpverlener hen kan helpen om vol te houden of beter met situaties om te gaan. Je kan het bij hen dan ook wel 'epistemisch wantrouwen' noemen.”

Opbouw van vertrouwen met EPA-PS patiënten
Martin geeft enkele tips over hoe hulpverleners vertrouwen kunnen opbouwen bij EPA-PS patiënten. “Je moet oppassen met begrenzen en veroordelen. Begrenzen betekent bijvoorbeeld dat je aangeeft dat iemand twee keer afwezig mag zijn tijdens het programma. Veroordelen is zeggen: ‘Je bent twee keer niet gekomen, dus je bent niet gemotiveerd.’ Het belangrijkst is dat je het gedrag van de patiënt probeert te begrijpen. Dit is meer een proces dan een kwestie van even uitleggen dat je te vertrouwen bent. Dit vertrouwen moet je ook waarmaken in je gedrag. Als je zegt dat je betrouwbaar bent, maar de patiënt vervolgens drie keer te laat uit de wachtkamer haalt, zal de patiënt al snel denken: ‘Hij zegt dat hij te vertrouwen is, maar hij gaat gewoon zijn eigen gang’, en zal de patiënt zelf ook een kwartier te laat komen. Een ander persoon zou dit meer kunnen relativeren en denken: ‘Ik vind het vervelend, maar ik begrijp dat de hulpverlener het druk heeft.’

Daarnaast is het belangrijk om als hulpverlener de steun van collega’s op te zoeken als je het gedrag van een patiënt niet begrijpt. Zaken die kunnen bijdragen aan het opbouwen van vertrouwen bij de EPA-PS patiënt zijn onder andere het kennen van iemands naam, het tijdig versturen van verwijsbrieven en weten waar het vorige gesprek met de patiënt over ging. Kortom, zorg dat je echt weet wat er speelt bij de patiënt, onthoud belangrijke zaken, en houd je aan de afspraken. De EPA-groep is namelijk extra gevoelig voor dubbele signalen, en dat verwijst allemaal terug naar de omgeving waar hij of zij in is opgegroeid.”

Congres over persoonlijkheidsproblematiek
Martin zal tijdens het Congres Persoonlijkheidsproblematiek als dagvoorzitter en spreker dieper ingaan op dit thema. Deze dag vindt plaats op 21 november 2024 in Zeist. Gedurende het congres zullen diverse psychologen en een psychiater vragen behandelen als: Hoe zorg je voor herstel van epistemisch vertrouwen? Hoe maak je écht verbinding met de persoon? En hoe bied je deze persoon weer perspectief?

Martin benadrukt het belang van het congres: “Als zorgverlener kun je soms gefrustreerd raken wanneer je mensen tegenkomt die lijden of met complexe gedragsproblemen worstelen, en je het idee hebt dat je hen niet voldoende kunt helpen. Tijdens het congres geven we handvatten om beter om te gaan met deze uitdagende situaties, waardoor je meer grip krijgt op je zorgverlening. Bovendien gaan we in op praktijkvoorbeelden en casussen die deelnemers mogen inbrengen. Zo kunnen we samen oefenen en bedenken hoe je het beste kunt reageren.”

Het congres is relevant voor elke zorgprofessional, van huisarts tot psychiater. Schrijf je hier in. Martin spreekt ook op het Congres Suicide & Suicidepreventie.