“Het vroeg herkennen van gerontopsychiatrische aandoeningen is cruciaal, want dat maakt vroege hulp en adequate behandeling mogelijk.”
Martin Kat is ouderenpsychiater-psychotherapeut, gepromoveerd op dementie en de relatie met psychiatrie. Hij werkte onder andere als consulent ouderenpsychiatrie in zorgcentra en verpleeghuizen, en was actief in een huisartsenpraktijk van waaruit hij ook ouderen thuis bezocht. Bovendien was Martin initiatiefnemer en coauteur van het eerste handboek ouderenpsychiatrie in Nederland. Tegenwoordig werkt hij mee aan diverse trajecten bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), een netwerk van deskundigen dat zorgprofessionals adviseert over mensen die langdurige complexe zorg nodig hebben en terecht dreigen te komen in uitzichtloze situaties.
In dit blog deelt Martin zijn inzichten over de psychiatrische zorg voor ouderen en benadrukt hij het belang van een geïntegreerde aanpak.
De uitdagingen bij psychiatrische zorg voor ouderen
Het aantal cliënten met psychiatrische aandoeningen in thuiszorg, verpleeghuizen en verzorgingshuizen stijgt. Hierdoor neemt de druk op zorgverleners toe, iets wat Martin ook ziet in zijn trajecten bij CCE. “Verzorgenden, psychologen en artsen in de verpleeghuizen lopen tegen meerdere zaken aan. Eén is er sprake van personeelstekort. Twee missen teams vaak het ‘instrumentarium’ om met psychiatrische problematiek, ook bij dementieziekten, om te gaan. En dan heb je nog de morele en ethische kwesties. Kiezen voor niet meer behandelen kan betekenen dat iemand nog uitsluitend verzorging krijgt gericht op comfort. Dit kan een weloverwogen besluit zijn.” Echter, komt Martin ook in situaties waar men wel heel snel kiest voor comfort en bewoners onderprikkeld en juist onderbehandeld raken. “Een ander voorbeeld is de vraag of je op een afdeling met dementiepatiënten codes moet zetten opdat mensen niet meer van de afdeling af kunnen. Het zijn in feite vrijheidsbeperkende maatregelen. En wanneer zet je deze in en mag dit dan zomaar?”
Meer expertise nodig in de ouderenpsychiatrie
Martin stelt dat er meer expertise nodig is op het gebied van ouderenpsychiatrie. “Het komt helaas maar al te vaak voor dat er om bepaalde redenen een ‘diagnostisch etiket’ op ouderen wordt geplakt en ze vervolgens in een omgeving terechtkomen die voor hen niet geïndiceerd is. Met alle nare gevolgen van dien. Ik kom regelmatig ouderen tegen die al een paar jaar op psychogeriatrische afdeling wonen, terwijl ze helemaal niet lijden aan een dementieziekte. Deze mensen functioneren op cognitief niveau nog redelijk, maar doordat zorgverleners bepaald gedrag niet herkennen, worden ze op een dementieafdeling geplaatst, ook vaak omdat er te weinig plekken zijn voor ouderen met psychiatrische problematiek, en dat hoef niet per se dementie te zijn.”
Vroege herkenning maakt vroege hulp
Er is ook meer aandacht en expertise nodig voor psychiatrische problemen bij ouderen in de eerstelijnszorg, volgens Martin. “Het vroeg herkennen en signaleren van gerontopsychiatrische aandoeningen door de thuiszorg, verpleging, praktijkondersteuners en huisartsen is cruciaal, want dat maakt vroege hulp en adequate behandeling mogelijk. En dit is ook beter voor de omgeving van de oudere. Hoe minder je de partner belast en met hem of haar het gesprek aangaat, hoe langer iemand thuis kan blijven wonen.”
Echter, waarschuwt Martin dat zorgverleners moeten opletten met ‘jumping to conclusions’. “Mensen denken al gauw: het zal wel dementie zijn, maar de ene oudere is de andere niet.” Hij benadrukt het belang om onderscheid te maken tussen symptomen en stoornissen. “In de psychiatrie moet je jezelf altijd afvragen of iets een klacht is, oftewel een symptoom, of dat het hoort bij een ziekte of een stoornis. Somberheidsklachten en angstklachten komen veel voor bij ouderen. Echter, is de ene somberheid de andere niet. Is het angst die hoort bij ouder worden? Is het een hardnekkige angst die verdwijnt met wat meer zorg? Of is het tijdelijk in het kader van rouw, of hoort het bij een angststoornis of depressie? Dit verschil maakt nogal uit. Je kan bijvoorbeeld somber zijn door rouw, maar dat maakt het nog geen psychiatrisch probleem. Het wordt natuurlijk anders als die somberheid leidt tot verstoringen in het bioritme, zoals niet meer slapen, eten of immobiliteit. Dan is er sprake van een psychiatrisch probleem en zal er een professionele behandeling nodig zijn.” Bovendien hebben vrijwel alle ouderen met psychische problemen ook kwetsbaarheden op sociaal en lichamelijk gebied. Dat maakt de problematiek en de behandeling dan ook vaak complex, aldus Martin. “Ze zijn sociaal kwetsbaar, omdat mensen uit hun netwerk wegvallen, maar ook lichamelijk en psychisch kwetsbaar. En om dit goed te kunnen behandelen, moet je deskundig zijn.”
Tijdens het congres Grijs en van de Wijs komt onder andere de Mild Behavioral Impairment Checklist (MBI-C) aan bod. “Met deze schaal kunnen bijvoorbeeld huisartsen in een vroeg stadium al symptomen van dementie en andere psychische problemen herkennen. Dit instrument wordt meer en meer ingezet voor de laat ontstane psychische en psychiatrische problematiek, naast screeners als de MMSE en MOCA voor de meer cognitieve achteruitgang.”
De noodzaak van een geïntegreerd zorgprogramma
Bovendien pleit Martin voor een geïntegreerd zorgprogramma in verpleeghuizen en woonzorgcentra. “Trek als team samen op en zorg dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Wie de oudere ook benadert, het is zaak dat men eenduidig optrekt, dat wil zeggen; zich committeert aan de gemaakte afspraken in het benaderingsplan. En daarnaast niet minder belangrijk, dat men steeds weer methodisch blijft werken en dus de afspraken evalueert. Hierin hoort er ook ruimte te zijn voor momenten waarop men onderling kan ventileren over hoe lastig het is om met bepaalde problematiek om te gaan.”
Congres Grijs en van de Wijs
Tijdens het congres Grijs en van de Wijs krijg jij als zorgverlener meer inzicht in psychiatrische problematiek en de effectieve behandeling en begeleiding bij ouderen. Martin zal de dag voorzitten en ook zelf één van de sprekers zijn. Het ochtendprogramma is plenair, gevolgd door een keuze in de middag uit twee verdiepingssessies: onbegrepen gedrag bij dementie óf psychiatrische zorg(en) binnen het verpleeghuis, woonzorgcentrum en thuiszorg. Er staan meerdere edities gepland.
“Op het congres bespreken we naast een aantal psychiatrische stoornissen bij ouderen ook hoe je gebruik kunt maken van de sociale kaart in de regio: wat heeft een patiënt nodig, en welke voorzieningen zijn er beschikbaar? Het hoeft niet altijd een groot instituut te zijn; soms is een buurtcentrum, een koffiehuis, of een extra steuntje in de rug al voldoende”, aldus Martin.
Schrijf je hier in voor het congres.