Geaccrediteerd
Onafhankelijk
Beoordeeld met een 8

Onafhankelijke nascholing voor

zorgprofessionals

Jeanet Nieuwenhuis: Meer aandacht voor mensen met een LVB in de GGZ

“Bij vier op de vijf patiënten in de GGZ wordt een LVB of ZB niet herkend.”

Jeanet Nieuwenhuis startte haar carrière als huisarts en maakte al snel de overstap naar de kinder- en jeugdpsychiatrie. Na 15 jaar als kinder- en jeugdpsychiater gewerkt te hebben, ging ze in 2010 als beleidspsychiater bij VGGNet aan de slag, een derde-lijnsspecialisme voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) of zwakbegaafdheid (ZB). In september 2022 presenteerde Jeanet haar promotieonderzoek naar de prevalentie van LVB en ZB in de GGZ en bijbehorende associaties.

Haar missie? De zichtbaarheid van deze kwetsbare groep vergroten, hen erkenning geven en hun kwaliteit van leven verbeteren.

Aandacht voor LVB en ZB in de psychiatrie
Jeanet promoveerde aan de Erasmus Universiteit op de prevalentie van LVB en ZB binnen de GGZ, een onderwerp dat wereldwijd nog nauwelijks was onderzocht. Ze keek daarbij naar verbanden met gedwongen zorg, gedwongen separatie, agressie-incidenten, gemist trauma en gemiste PTSS. Jeanet: “Mijn onderzoek toonde aan dat bij gemiddeld 40% van de patiënten in de
S-GGZ een vermoeden is van LVB of ZB. In de meest intensieve behandelsettings loopt dit percentage zelfs op tot 67%. Momenteel wordt bij vier op de vijf patiënten in de GGZ een LVB of ZB niet herkend. De titel van mijn proefschrift is dan ook niet voor niets ‘A blind spot?”

De gevolgen van deze blinde vlek zijn groot. “Als de behandeling niet aansluit bij de mogelijkheden van de patiënt, kan dit leiden tot onnodige en langdurige afhankelijkheid van zorg. Ik heb mensen zien binnenkomen met diagnoses als persoonlijkheidsstoornis NAO of psychose NAO, inclusief medicatie, terwijl ze in werkelijkheid een LVB hadden. Zij kregen pas na 10, 20 of zelfs 40 jaar de juiste diagnose en behandeling”, legt Jeanet uit. “Daarbij moet je niet vergeten dat de patiënt zelf er vaak ook niet bij stilstaat dat hij mogelijk een LVB heeft. Hij heeft bijvoorbeeld ‘gewoon’ LTS gedaan, is naar de huishoudschool geweest of deed niveau 1. Als je zelf dit vermoeden niet hebt, dan vertel je het de arts ook niet, en als de arts ook geen vermoeden heeft, kun je dus eindeloos blijven behandelen en chronisch patiënt worden zonder dat je opknapt.

Het is daarom mijn missie om de kwaliteit van leven van deze patiëntengroep te verbeteren. Daarbij wil ik de verstandelijk gehandicaptenzorg en de GGZ veel meer laten samenwerken en van elkaar laten leren, waardoor patiënten minder lang behandeld hoeven te worden. In lijn met deze missie ben ik anderhalfjaar geleden, samen met Kenniscentrum Phrenos en VGGNet, het Doorbraakproject LVB in de GGZ gestart. Met
tien Doorbraak-teams uit zes GGZ instellingen wordt momenteel gewerkt aan betere screening, diagnostiek en zorg voor mensen met een LVB of ZB in de specialistische GGZ.”

Licht verstandelijke beperking herkennen in de psychiatrie
De blinde vlek rondom mensen met LVB in de psychiatrie benadrukt het belang van herkenning. “Als behandelaar is het belangrijk dat je je realiseert dat patiënten met een LVB veel voorkomen binnen de GGZ. Uit onderzoek blijkt dat behandelaren een LVB vaak niet herkennen, zelfs niet tijdens een intakegesprek waarbij moet worden ingeschat of iemand LVB of ZB is. Je kunt het namelijk niet aan de buitenkant zien. Zodra je je hier bewust van bent, is het vervolgens belangrijk om goed door te vragen naar de achtergrond van de persoon tegenover je. Dit doe je met praktische vragen. Vraag bijvoorbeeld eens naar vroeger: welke school heb je gedaan? Heb je een diploma gehaald? Welke banen heb je gehad, en kon je die goed aan? Hoe was de gezinssituatie? Was het veilig? Of vraag hoe de reis naar de afspraak verliep; dat kan al aanwijzingen geven over moeilijkheden met het openbaar vervoer of het op tijd komen.

Daarnaast raad ik aan om de screener voor intelligentie en licht verstandelijke beperking (SCIL) bij patiënten af te nemen. Ik heb
samen met anderen dit screeningsinstrument tijdens mijn promotieonderzoek gevalideerd voor gebruik in de psychiatrie en gekeken naar de bruikbaarheid op een High Intensive Care (HIC). Het is een korte vragenlijst die in acht van de tien gevallen een vermoeden van LVB correct kan voorspellen. Je kunt de SCIL combineren met de SCAF, een screeningsinstrument dat adaptieve vaardigheden in kaart brengt en kan vaststellen of er mogelijk sprake is van LVB. Bij iemand die net negatief scoort op de SCIL, maar bijvoorbeeld toch depressief blijft, kan de SCAF uitwijzen dat het probleem ligt bij het ontbreken van essentiële adaptieve vaardigheden. Dit instrument is recent op de markt gekomen en zal ook tijdens de cursus ‘LVB in de GGZ’  worden toegelicht.”

Cursus LVB in de GGZ
De cursus
LVB in de GGZ is ontwikkeld zodat zorgprofessionals beter in staat zijn om mensen met een LVB in de GGZ beter te herkennen en behandelen. “We gaan onder andere aan de slag met de screeningsinstrumenten SCIL en SCAF, zodat je al na de eerste dag zelfstandig patiënten kunt screenen. Daarnaast bespreken we wat intelligentesten nu precies zeggen en wat je ermee kunt. We leggen ook uit hoe je verschillende toestandsbeelden kunt onderscheiden: autisme en LVB lijken soms sterk op elkaar, maar hoe trek je deze uit elkaar, en hoe herken je of iemand misschien beide heeft? Verder leer je wanneer je een patiënt met LVB in de tweede lijn kunt behandelen en wanneer het beter is om een expert in te schakelen. We gaan ook in op onderwerpen als farmacotherapie, genetische problematiek en syndromen, suïcidaal gedrag en crisissituaties.”

Er staan meerdere edities van deze driedaagse cursus op de planning. Schrijf je hier in!