Feestdagen

Van maandag 23 december tot en met vrijdag 27 december is Medilex gesloten. Vanaf maandag 30 december zijn wij weer bereikbaar. Wij wensen je alvast fijne feestdagen!

Lees verder

Geaccrediteerd
Onafhankelijk
Beoordeeld met een 8

Onafhankelijke nascholing voor

zorgprofessionals

Kees Blankman vertelt over wilsonbekwaamheid

"Iedereen is een beetje wilsonbekwaam"

 Wanneer ben je wilsonbekwaam? Is het wanneer je de diagnose dementie krijgt, of in een manische episode zit? En wanneer je eenmaal wilsonbekwaam bent bevonden – mag je dan ooit nog een eigen beslissing maken?  

“Wanneer je vroeger de stempel ‘onbekwaam’ of ‘wilsonbekwaam’ kreeg, kwam je daar nooit meer vanaf. Maar eigenlijk moet je wilsonbekwaamheid per situatie opnieuw beoordelen. Gelukkig is er tegenwoordig meer aandacht voor mensenrechten en wordt er daardoor steeds vaker op die manier naar het onderwerp gekeken”, legt bijzonder hoogleraar en rechter-plaatsvervanger Kees Blankman uit. Hij vertelt meer over dit boeiende maar complexe onderwerp in dit interview.  

Bescherming voor kwetsbare meerderjarigen 
Prof. mr. Kees Blankman studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht en promoveerde in 1994 op het onderwerp ‘Curatele voor personen met een geestelijke stoornis en bescherming op maat’. Tegenwoordig werkt hij als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam én is hij rechter-plaatsvervanger bij de Gelderse rechtbank.  

Hij vertelt: “Op de VU geef ik les over juridische bescherming van ouderen en kwetsbare meerderjarigen, een belangrijk aspect van wilsonbekwaamheid. Ouderen worden steeds ouder en wonen langer thuis. Dat is natuurlijk goed, maar daardoor is er wel minder zicht op kwetsbare ouderen – wie zorgt ervoor dat zij bijvoorbeeld niet financieel worden misbruikt door een inwonende zoon of dochter? Daar hebben we wetten voor, waarover ik lesgeef aan studenten.”  

Allemaal een beetje wilsonbekwaam 
Wilsonbekwaam is niet een stempel die je een persoon één keer mag geven en waar hij daarna nooit meer vanaf komt, vindt Kees. “Hét antwoord op de vraag of iemand wilsonbekwaam is, weet je nooit zeker: mensen kunnen ook deels wilsonbekwaam zijn. Het hangt af van de beslisser en de situatie. Je bent wilsbekwaam wanneer je de keuze die voor je ligt begrijpt, de gevolgen overziet en kan uitleggen waarom je ‘ja’ of ‘nee’ kiest.  

Maar dat houdt ook in dat iedereen een beetje wilsonbekwaam is. Ik ben bijvoorbeeld wilsonbekwaam wanneer het aankomt op pensioenen: die begrijp ik niet, daarom laat ik me erover adviseren door een expert.”  

Wils(on)bekwaamheid volgens de wet 
Maar wat is nou eigenlijk de definitie van wilsonbekwaamheid? “Dat verschilt per beroepsgroep, maar in juridische termen zit het zo: iemand is wilsbekwaam, wanneer hij in staat is tot een redelijke waardering van eigen beslissingen. Dat staat in de wet, maar ja – wat is een ‘redelijke waardering’? Waar ligt de grens tussen autonomie geven en beschermen? Dat blijft een grijs gebied.”  

Autonomie en risico’s 
Het is belangrijk om mensen zoveel mogelijk autonomie en eigen zeggenschap te geven, vertelt Kees. “Je probeert altijd om wilsbekwaamheid te honoreren. Stap daarom niet zomaar naar een vertegenwoordiger toe, maar leg een vraag eerst aan de persoon zelf voor. Pas bij schade of gevaar grijpen we in en zeggen we ‘dat gaan we niet doen’. 

Er is ook een belangrijk onderscheid tussen een risicovolle of gevaarlijke beslissing, en een ‘rare’ beslissing die je zelf niet zou maken. Iedereen heeft het recht om onverstandige keuzes te maken – dat moeten we niet vergeten. Dat wij zelf iets anders zouden doen, is geen reden om de wil van een persoon te negeren en naar zijn of haar vertegenwoordiger te stappen.”  

Altijd eerst ondersteunen  
Maar wat doe je wanneer je vermoedt dat iemand zijn of haar keuzes niet meer overziet? Altijd éérst ondersteunen. "Om een keuze te maken, is het belangrijk om overzicht te hebben. Soms vinden mensen het moeilijk om dat overzicht te scheppen, maar ze kunnen hierbij wel geholpen worden. In plaats van een licht demente meneer naar een schoenenwinkel te sturen en te zeggen ‘koop een paar schoenen’, kun je bijvoorbeeld zes paar voor hem neerzetten en vragen welke hij liever heeft. Op die manier zijn mensen vaak langer in staat om zelf keuzes te maken.” 

De situatie en het moment 
Maar alsnog moet je per situatie opnieuw beoordelen of een persoon een wilsbekwame keuze kan maken, of niet. “Het kopen van een nieuw paar schoenen is natuurlijk iets heel anders dan het aanpassen van je testament. 

Ook het moment kan van invloed zijn: mensen met bijvoorbeeld een bipolaire stoornis hebben heldere periodes waarin ze prima zelf keuzes kunnen maken, maar ook minder heldere periodes waarin ze wilsonbekwaam zijn. Dat kan per dag al verschillen: sommige mensen zijn moeten ‘s ochtends eerst even landen in de werkelijkheid, met een kop koffie. Maar daarna zijn ze prima in staat om complexe keuzes te maken.” 

Kom naar het congres 
Loop jij wel eens tegen situaties aan waarin het lastig is om de wils(on)bekwaamheid van je cliënt of patiënt te beoordelen? Als zorgverlener, mentor, bewindvoerder of bijvoorbeeld curator? Meld je dan aan voor het congres ‘Wilsonbekwaamheid’. Tijdens deze dag vertellen Kees en de andere sprekers meer over hoe je hiermee omgaat. En tijdens de verdiepingssessies speciaal voor de GGZ, ouderen- of gehandicaptenzorg ontdek je praktische handvatten die je gelijk toepast in je dagelijks werk.